Hybride en elektrische auto’s hebben één belangrijke overeenkomst: ze zijn ‘groener’ dan de gemiddelde auto. Dit betekent dat er minder tot geen schadelijke gassen vrijkomen tijdens het rijden, zoals fijnstof en stikstof. Ook lijken deze auto’s wel te fluisteren in vergelijking met andere auto’s en is het fiscale bijtellingspercentage lager. Maar wat zijn de verschillen?
Een hybride auto heeft een combinatie van een reguliere verbrandingsmotor en een accumotor.
Er is dus wél sprake van CO2-uitstoot, dit komt door de verbrandingsmotor. Een hybride auto is niet op te laden met een stekker. De accu wordt herladen door restenergie dat vrijkomt tijdens het rijden en remmen. Korte ritten kan een hybride op stroom rijden, vervolgens schakelt hij automatisch over op een zuinige benzinemotor.
Kunt u de accu aan een stopcontact laden? Dan spreken we van een plug-in hybride (PHEV).
De wielen worden aangedreven door de elektromotor, alleen de verbrandingsmotor of een combinatie van beide. Het accupakket kunt u opladen via een stopcontact of laadpaal. Deze auto zit dus eigenlijk tussen een volledig elektrische auto en een hybride auto in
Een elektrische auto (EV) heeft geen verbrandingsmotoren, maar een combinatie van een accupakket en een elektromotor. Dit betekent ook weinig smerende onderdelen en minder onderhoud.De energie wordt gehaald uit het accupakket die u moet opladen via de bekende oplaadpalen. Heeft de elektrische auto een range-extender? Dan rijdt u volledig op stroom, maar heeft u ook een (kleine) brandstofmotor aan boord. Als de stroom onder op dreigt te raken, wordt de accu toch opgeladen. Deze motor drijft dus niet de wielen aan, maar laadt de accu bij.